Voorpublicatie:
De Oostenrijks-Amerikaanse econoom Joseph Schumpeter heeft het begrip "creative destruction" geïntroduceerd. Dat hield in dat in een goed functionerende markteconomie steeds aan kapitaalvernietiging wordt gedaan, doordat bestaande bedrijven ter ziele gaan. Maar ze worden vervangen door nieuwe bedrijven die beter, sneller, efficiënter, goedkoper kunnen werken. Voor de bedrijven die verdwijnen is dat natuurlijk rampzalig, maar voor de samenleving als geheel is het juist goed: er treedt innovatie op, de productiviteit stijgt, en de welvaart neemt toe.
De neiging om bestaande bedrijven overeind te houden is dan ook weliswaar begrijpelijk, en voor de direct betrokkenen (eigenaars, werknemers, leveranciers) voordelig, maar op de wat langere duur desastreus. Immers, middelen die gestoken hadden kunnen worden in nieuwe welvaartsverhogende technieken en bedrijven, vloeien nu naar oude bedrijven die op den duur toch het loodje zullen leggen, en hoe dan ook minder produktief zijn dan de nieuwe bedrijven zouden zijn geweest.
Ik moet wel eens aan die "creative destruction" denken als ik deelneem aan de discussies over Service Oriented Architectures (SOA) en legacy integratie. Vaak wordt gezegd dat het mogelijk is om de investeringen in bestaande IT-systemen (de zogenaamde "legacy") te behouden, en toch die systemen op een flexibele wijze en via het web te kunnen gebruiken. Om dat te kunnen bereiken moet men dan een SOA inrichten, en daarbij een Enterprise Service Bus inrichten.
In de praktijk komt hier meestal weinig van terecht. Die SOA en ESB blijken erg ingewikkeld, en bovendien duur. En de voordelen van die "ontsluiting" van de legacy vallen vaak ook tegen, omdat die legacy zich helemaal niet goed als service laat ontsluiten, tenzij nog grotere investeringen worden gedaan.
En nu komen SaaS en cloud computing (ik zal het hierna op één hoop gooien onder de term "SaaS") om de hoek kijken. SaaS zet het business-model zoals dat tot nog toe in de IT opgeld deed op zijn kop. Je betaalt niet meer van te voren (voor een licentie of voor de bouw van maatwerk), maar voor het gebruik: per transactie, per gebruiker per maand, per opgeslagen MB. Standaardfunctionaliteit, afgerekend op gebruik. “Functionaliteit uit de muur”, zogezegd.
De voordelen zijn gigantisch: minder risico (want geen voorinvesteringen), meer mogelijkheden om van systeem of leverancier te veranderen, en vooral: lagere kosten.
Om deze voordelen te boeken moet je wel wat gangbare ideeën over IT overboord zetten. De kracht van SaaS zit in de standaardisatie. Je gaat dezelfde functionaliteit gebruiken als de buurman of concurrent die hetzelfde SaaS-systeem gebruikt. Voor gebruikers die nog leven met de illusie dat hun IT-systeem uniek is en een “strategisch voordeel” oplevert, is dat een forse stap. Aanpassen en customizen van SaaS kan meestal wel, maar is onverstandig. Het is toch weer een voorinvestering.
Ik hoor wel eens de tegenwerping: “Dan ben ik de greep op mijn IT kwijt!” Ja, dat is zo. Als je een blok aan je been kwijt bent, ben je de greep op dat blok kwijt.
Het is wel verstandig om te zorgen dat je niet met huid en haar aan de SaaS-leverancier bent overgeleverd. Dat kan door het maken van een model (een goed object- of datamodel is meestal voldoende) van de informatie die “uitbesteed” wordt. Dat model wordt geprojecteerd op het model van de leverancier, en door zo te werken is het mogelijk om betrekkelijk makkelijk gegevens te converteren, te up- en te downloaden, en dus ook van leverancier te wisselen.
En wat je vooral ook niet moet gaan proberen is de “integratie” van legacy “integreren” met SaaS. Natuurlijk, dat kan wel eens nodig zijn, maar je steeds moet heel goed kijken naar de alternatieven: gewoon niet integreren en los naast elkaar laten staan, of het legacy-systeem zelf ook vervangen door een SaaS-toepassing.
Want SaaS zal, denk ik, leiden tot de “creative destruction” van veel van de bestaande IT-systemen. Ze zullen worden vervangen door het gebruik van SaaS, wat veel goedkoper is, geen risico vormt, nauwelijks investeringen vergt, en de bedrijven niet meer vastklinkt aan enorme IT-systemen en de bijbehorende staf. Dat zal niet in één klap gaan. Sommige systemen zijn nog niet te vervangen, en sommige systemen misschien wel nooit.
Maar je moet wel bereid zijn om die “creative destruction” te laten gebeuren, en niet water in de wijn te doen door bestaande systemen nodeloos en tegen hoge kosten te integreren, en daarmee hun leven te verlengen. Want de concurrent die de radicale keuze maakt, heeft een groot kostenvoordeel, en dat zal op de markt te merken zijn.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten