Johan den Haan heeft de moeite genomen op mijn vorige post te reageren, en daar ben ik blij mee.
Hij schrijft:
"Ik denk zeker dat MDE de toekomst is. Waar ik voor pleit, wat ook in het InfoQ artikel naar voren komt, is een bredere aanpak dan alleen MDA of alleen DSLs. MDE , met DSLs als basis, heeft meer potentie. "
Ik ben het met hem eens. Wellicht zie ik meer in archtype domein modellen dan Johan, en Johan weer wat meer in "echte" DSLs, maar dat zijn minieme verschillen van inzicht. Dat gaat vooral over welke vorm een DSL moet of kan hebben, en hoe een DSL in MDE kan worden gebruikt.
Johan verder:
"Waar ik sceptisch over ben is alles wat model-driven in de naam heeft te zien als 'silver bullet'. Daarnaast denk ik dat het opzetten van een model gedreven ontwikkelstraat om enorm veel expertise vraagt, zowel op het gebied van software engineering als op het gebied van language engineering."
Inderdaad, silver bullets bestaan niet. En wat betreft die model driven ontwikkelstraat (ik ben wat minder scrupuleus als het gaat om het mengen van nederlands en engels, geloof ik :) ): inderdaad, dat is een probleem. Misschien is het zelfs wel een onmogelijke opgave.
Want om MDE (in ieder geval zoals ik dat zie) goed aan de praat te krijgen, moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan:
1. de generatie van executables (al of niet met leesbare code als tussenstation) moet 100% zijn. Zodra een aspect van een domein of architectuur op twee plaatsen in de stroom (bijvoorbeeld in een model en in programmacode) moet worden bewerkt, zal na verloop van tijd de bewerking alleen nog op de tweede plaats (stroomafwaarts dus) worden onderhouden. Het model wordt waardeloos en de model driven straat ook.
2. de MDE straat moet complexe domeinen aankunnen, en ook voldoende vrijheidsgraden bieden om hybride architcturen, verscheidene platforms, etc, etc aan te kunnen.
Deze twee punten vereisen dus een grote en ingewikkelde ontwikkelstraat, hoogstwaarschijnlijk slechts te bedienen door lieden die buitengewoon goed weten hoe het werkt, hoet zou moeten werken, enzovoort. Experts dus.
Maar om een aanpak als MDE (of welke nieuwe aanpak of tool voor software-ontwikkeling dan ook) met succes geïntroduceerd en geaccepteerd te krijgen, zijn er nog een paar voorwaarden:
3. de aanpak en de tooling moet redelijk bestand zijn tegen onoordeelkundig gebruik. Met andere woorden: een "foute" aanpak moet òf onmogelijk zijn, òf niet tot desastreuze resultaten leiden.
4. aanpak en werkwijze moeten te leren zijn door "gewone" software-ontwikkelaars. Liefst in een training van maximaal 5 dagen.
Vernieuwingen die een enorme expertise, training en discipline vereisen hebben de neiging te mislukken, zeker als de betrokkenen menen een simpeler alternatief (i.c. de conventionele werkwijze) te hebben. Dat laat de geschiedenis van de software-ontwikkeling volgens mij zien.
Het is duidelijk: voorwaarde 1 en 2 staan op zeer gespannen voet met 3 en 4. Ze zijn nauwelijks te combineren.
De conclusie:
MDE is alleen goed te gebruiken in situaties waarin de complexiteit van de opdracht, de vereiste snelheid van ontwikkeling, etc een aanpak als MDE noodzakelijk maakt. En de organisatie moet de consequenties (kosten tooling, eisen aan de experts, etc) dan voor lief nemen en niet toch een ogenschijnlijk goedkopere combinatie met een conventionele aanpak na te streven (met kletspraat over win-win-situaties enzo).
"Gewone" systeemontwikkeling voldoet hier maar zelden aan, dat is duidelijk. Grootschalige systeemontwikkeling, speciaal bij produktontwikkeling (product line engineering), daarentegen bieden wel mogelijkheden. En een van de effecten van SaaS en cloud computing zal zijn dat meer software op die manier gemaakt en onderhouden zal worden. Maar in de gewone systeemontwikkeling zie ik niet veel ruimte voor MDE.
Ben ik nou te cynisch?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten