vrijdag 31 augustus 2007

Solow en de functionaliteit uit de muur

Gisteren schreef ik dit. Dat leverde wat reacties op, en daarin werd o.m. door R. gevraagd of dit iets te maken had met de "Solow-paradox": het veronderstelde verschijnsel dat investeringen in IT niet terug te vinden zijn in een verhoging van de (arbeids)productiviteit.

Ik denk niet dat dat het geval is. Ik heb R. het volgende geantwoord:

"Productiviteit, in dit geval arbeidsproductiviteit AP): = Toegevoegde Waarde (TW) / input (bv eenheden arbeid, dwz: uren of zo).
Kort door de bocht: (opbrengst verkoop - kosten inkoop) / aantal uren.

Je kunt dat voor een bedrijf doen, voor een bedrijfstak, voor een land, in principe voor alles waarvan je gegevens hebt.

Productiviteitsgroei kan ontstaan door de volgende zaken:

1. kapitaalinvesteringen. je zet een machine neer, en daardoor kan iemand 100 flessen cola maken in een uur, ipv 100. Arbeidsproduktiviteit neemt toe met factor 10, maar wel agv kapitaalinvestering.

2. beter opgeleide en/of ervaren medewerkers. Idem.

3. total-factor-productiviteit. het blijkt dat las je hieraan gaat rekenen er vaak ook een groei van de produltiviteit is die niet eenduidig valt toe te schrijven aan een van de bovenstaande factoren, maar kennelijk uit de combinatie komt rollen.

Als je het gevoel hebt dat eea vaag wordt in de mist van relativiteit: ja, dat is zo. Toerekening van produktiviteit is lastig, en vaak zeer omstreden (vandaar ook die jarenlange discussie over die Solow-paradox.)

Een van de lastige zaken is het tijdseffect.

Voorbeeld; stel we werken allemaal 1600 uur per jaar, en we produceren met stoommachines. Nu gaan we allemaal tegelijk over op elektra, en we produceren 2x zoveel. Prijzen blijven gelijk, lonen verdubbelen (want dubbele produktie) (kosten elektra enzo laten we buiten beschouwing).

Dus: TW neemt toe met factor 2, aantal uren blijft gelijk, geen inflatie, dus verdubbeling arbeidsprodukiviteit.

Maar stel nu dat het omgekeerde gebeurt: lonen blijven gelijk, maar prijzen halveren. TW blijft gelijk (verdubbelde prod, gehalveerde prijzen), aantal uren blijft gelijk, conclusie: geen stijging
arbeidsprod?!

Nee, zo simpel is het neit, want je moet corrigeren voor inflatie. In dit geval is er agv die prijsdaling een deflatie van 50%. En als je de TW daarvoor corrigeert, blijkt er keurig weer een produktiviteitsstijging in te zitten van 100%, zoals verwacht.

Wat dit laat zien is dat dit soort arbeidsprod. cijfers heel moeilijk goed te berekenen zijn, o.m. agv die inflatie-effecten. Want bij de inflatie is bv toename van kwaliteit en substitutie van produkten (allebei te verwachten gevolgen van technologiesche veranderingen) heel moeilijk mee te nemen, zeker over een langere periode.

Solow: je zou verwachten dat je een sterk toegenomen investering in IT zich laat zien in een stijging van de arbeidsprod. S. beweerde die niet te zien.

Ik weet niet precies hoe dit zit, maar ik heb het idee dat het voor een deel geklets is.

1. tot ong 1975 steeg de arb.prod. fors. Ik vermoed dat een groot deel daarvan aan automatisering is toe te schrijven. Als dat niet te zien is, verdenk ik de cijfers die daaraan ten grondslag liggen.

2. tussen 1975 en pakweg 1990 of zo is de stijging van de a.p. inderdaad veel lager. En er is wel in IT geinvesteerd. Maar er zijn natuurlijk veel meer variabelen, en het zou kunnen (denk ik)
dat zonder IT die a.p.stijging nog lager was geweest. Misschien zit ik er naast, maar ik wantrouw die makkelijke stelling van Solow nogal.

3. Een deel van de investeringen uitte zich vooral in hogere kwaliteit van produkten, en in betere besturing van de produktie-processen. Die hogere kwaliteit is berucht moeilijk mee te nemen in inflatiecijfers, en daarmee in AP-cijfers, en die betere bedrijfsvoering zou terug moeten komen in betere resultaten en tenslotte daardoor lagere prijzen (lagere kosten
voorraad bv door JIT-logistiek, lager risico door beter zicht op risico's, etc), maar dat kan best even duren. Het zou mij ook niet verbazen dat een deel van de stijging van de AP in de jaren 90 het gevolg is van uitgestelde effecten in de prijzen uit de jaren 80.

Dat neemt niet weg dat er zeker veel investeringen in de IT niet bijdroegen. Om te beginnen al die projecten die tot niets leiden, en daarnaast zijn er natuurlijk ook veel "business-toepassingen' waarvan ik niet zie hoe die ergens toe bijdragen. En tenslotte veel geneuzel met PC's zonder veel nut.

Voorbeeld: er is natuurlijk een kostenverlaging doordat tegenwoordig iedereen snel zijn rapporten en zo kan maken. Geen drukker, geen typistes, etc. Prachtig.

Maar een deel van die winst gaat natuurlijk even zo hard weer zitten in eindeloos geneuzel over fonts en plaatjes (Powerpoint!), productie van zinloze documenten, etc."

Tot zover het verhaal over de productiviteits-paradox.

Met de "functionaliteit uit de muur" heeft dit allemaal echter weinig te maken.


Geen opmerkingen: